Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

3.3 Personeelsbeloningen                            

Periodiek betaalbare beloningen:

Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit.

Pensioenen

De instelling heeft een pensioenregeling bij Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP. Op deze pensioenregeling zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte of contractuele basis premies betaald door de instelling. ABP hanteert het middelloon als pensioengevende salarisgrondslag. ABP probeert ieder jaar de pensioenen te verhogen met de gemiddelde stijging van de lonen in de sectoren overheid en onderwijs. Wanneer de dekkingsgraad lager is dan 110% vindt er geen indexatie plaats. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.

Herstelplan

ABP hoeft de pensioenen in 2021 niet te verlagen. Dat is de uitkomst van de rekensom die ABP volgens de regels uit de Pensioenwet hebben gemaakt. Deze berekening wordt het herstelplan genoemd. De kans dat ze in 2022 of de jaren daarna de pensioenen wel moeten verlagen, blijft bestaan.

Pensioenfondsen zijn wettelijk verplicht om financiële buffers te hebben: extra geld voor tijden dat het financieel slechter gaat.

De pensioenregels schrijven voor dat hun beleidsdekkingsgraad 126%, (afhankelijk van de rente en beleggingsmix kan deze grens verschuiven) moet zijn. Dan hebben ze voldoende financiële buffers. Ook is wettelijk bepaald dat de beleidsdekkingsgraad niet langer dan 5 jaar onder 104,2% mag liggen.

Is ABP beleidsdekkingsgraad lager dan de vereiste dekkingsgraad van 126%, dan moeten ze een herstelplan opstellen om binnen 10 jaar weer een dekkingsgraad van minimaal 126% te hebben. Als dit volgens de voorgeschreven rekenregels niet in 10 jaar lukt, dan moeten ze de pensioenaanspraken verlagen.

Is de beleidsdekkingsgraad zes jaareindes achter elkaar lager dan de minimaal vereiste dekkingsgraad van 104,2% en ligt de actuele dekkingsgraad op het laatste meetmoment ook onder 104,2%? Dan moet ABP ook de pensioenen verlagen. Een eventuele verlaging mag over een aantal jaren gespreid worden.

De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf actuele dekkingsgraden. Doordat het een gemiddelde is, stijgt en daalt deze dekkingsgraad niet zo snel van maand tot maand als de actuele dekkingsgraad. Deze dekkingsgraad geeft daardoor een stabieler beeld van onze financiële situatie. De beleidsdekkingsgraad wordt daarom gebruikt bij besluiten over onder meer waardeoverdracht en het verhogen van de pensioenen (indexatie).

In berekening is uitgegaan van het feit dat de pensioenen de komende jaren niet stijgen. Hierdoor kan het ABP voldoen aan het vereiste niveau.

De actuele dekkingsgraad van ABP op 31 december 2021 ligt ruim boven de ondergrens.

De beleidsdekkingsgraad van Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP per 31-12-2021 is 105%.